(nl) Aardappelen: 6,7 procent van prijs portie friet is voor teler
LEI: 6,7 procent van prijs portie friet is voor teler
Ziebo.biz (26.10.06) - De brutomarges (verkoopprijs minus inkoopprijs) die op aardappelen gemaakt worden, variëren per product en afzetkanaal. De meeste schakels in de aardappelketen maken slechts bescheiden winstmarges tussen 0 en hooguit enkele procenten. Op koelverse producten en tafelaardappelen worden marges gemaakt die tot tientallen procenten kunnen oplopen. Dat blijkt uit onderzoek van het LEI.
Het LEI stelt vast dat voor 1 kg frites ongeveer 2,5 kg aardappelen nodig zijn. Als de teler 10 eurocent per kg aardappelen ontvangt, komt volgens berekeningen van het LEI 6,7 procent van de consumentenbestedingen bij de teler terecht. Bij kleinere porties frites, die relatief duurder zijn, daalt het percentage van het aandeel voor de teler tot 3 procent. In jaren met omvangrijke oogsten ligt de telersprijs lager en is het percentage dat de boer toekomt ook iets lager.
De supermarkt maakt de grootste marges op tafelaardappelen en op koelverse producten. Snackbars en cafetaria’s maken brutomarges van 70 tot 80 procent op diepvriesfrites. De supermarkt verkoopt 80 procent van de tafelaardappelen en meer dan 90 procent van de koelverse producten. Van de ingevroren aardappelproducten wordt ruim de helft via de foodservice en fastfood afgezet. Een groot deel van de ingevroren aardappelproducten en tafelaardappelen wordt geëxporteerd. Koelverse producten worden vanwege de houdbaarheid vooral in het buitenland afgezet.
In West-Europa is sprake van overproductie van aardappelen, overcapaciteit bij verwerkers en stagnatie in de groei van de afzet van diepgevroren aardappelproducten. Partijen in de aardappelketen zouden daarom moeten proberen de kostprijs te verlagen en continue te innoveren. Aardappeltelers, verwerkers en andere ketenpartijen zouden volgens het LEI meer vraaggestuurd moeten denken. Daarnaast zou er meer openheid en vertrouwen moeten zijn. Om dit te realiseren, adviseert het LEI om een gezamenlijke organisatie op te zetten die als doel heeft de samenwerking in de keten te bevorderen. Dat initiatief moet uit de primaire sector komen, aldus het LEI.